Een voorwoord van componist Oscar van Dillen:

Elektronische geluidsprojectie moet het publiek idealiter onderdompelen, dus niet van voren komen, niet van het podium, maar juist van opzij of van achteren, om een klank te creëren die het publiek omringt, waar als contrapunt de performers, met hun gezicht naar het publiek, zich vanaf hun eigen plek in de muziek mengen.

De vier lijnen in de partituur die de timing van de elektronische hoofdlagen weergeven, staan elk voor geluiden in registers variërend van laag (onderste lijn) tot hoog (bovenste lijn). Deze notatie is bedoeld om een juiste timing op het gehoor te vergemakkelijken; er wordt geen clicktrack meegeleverd en deze muziek moet worden uitgevoerd met een vaardig gehoor.

Om dit nog verder te vergemakkelijken worden ruwe karakteraanduidingen gegeven aan het begin van de elektronische klanken op hun respectievelijke partituurplaatsen. Er gebeurt echter veel meer in de elektronische muziek dan de partituur hier suggereert; de uitvoerders moeten goed leren luisteren naar het voortdurende hartslagtempo van 54 bpm, want ondanks wiebelingen en fluctuaties, en het feit dat er meer dan één tempo tegelijkertijd aanwezig is, kan het basistempo nauwkeurig op het gehoor worden gehoord en gevolgd; de audio ervan dirigeert de uitvoering op een diep en primordiaal muzikale manier.

Gecomponeerd voor Ellyne Wieringa en Kardelen Buruk in 2024 voor hun Badings project, bevat de ruggengraat van de harmonie van dit 12 minuten durende werk een cryptische verwijzing naar de 11 letters van de naam van die componist, als een verborgen geologische muzikale laag (Badings was geoloog/paleontoloog). Om ze te vinden, moet je op zoek gaan naar de toonletters.

De titel Ichnofossils verwijst naar sporenfossielen, dat zijn fossielen van levensactiviteiten zonder versteende lichaamsresten. Sommige hiervan, bijvoorbeeld Helmintoidea Labyrinthica uit het Laat-Krijt, doen denken aan de meer lineaire composties van Van Dillens eigen beeldende kunst, en zijn een inspiratie geweest voor dit werk.

Niet alleen in het geologische archief maar ook in ons leven worden we omringd door fossielen van activiteiten van overledenen die we ooit hebben gekend, een feit dat de componist in het bijzonder trof toen hij niet lang geleden een kleine vondst van papieren en beeldhouwmodellen van zijn overleden vader onder ogen kreeg. De sporen van diens pen op papier zijn nu als Ichnofossielen van zijn leven, waardoor delen van de levende persoon die de componist ooit kende identificeerbaar (handschrift) en diepgaand analyseerbaar (inhoud) worden.

In die zin verwijst de titel naar meer fossielen dan alleen die, die in steen zijn vastgelegd, het is zeker dat iedereen er wel een aantal koestert…

Duur: 12″21

Oscar van Dillen
Rotterdam
21 april 2024

Van Dillen’s Ichnofossils voor altviool en piano is uitgegeven bij @2024 Donemus